september 5, 2023
⏰ Geschatte leestijd: 3 minuten
De blogserie over CDP-implementatie biedt een diepgaande blik op de gestructureerde aanpak van de projectimplementatie. Na de voorbereidingen, de teamopstelling en rolverdeling en de specificatie volgt nu fase drie in de implementatie: de basisconfiguratie.
Nu zowel de functionele als technische specificaties zijn vastgesteld, kan de daadwerkelijke implementatie van het CDP beginnen.
In de eerste stap wordt een zogenaamde tenant aangemaakt in het CDP. Dit is een klant account waarin gebruikers hun licenties of toepassingen kunnen beheren. Het is belangrijk om hier op te merken dat het raadzaam is om onderscheid te maken tussen ontwikkelings- en productieomgevingen – vooral met betrekking tot de dataverzameling die zal worden gemaakt. In de voorkeurs setup zijn beide systemen gescheiden en onafhankelijk van elkaar. Dit heeft als voordeel dat veranderingen in de ontwikkelomgeving geen invloed hebben op het live systeem in de productieomgeving. Daarnaast kunnen uitgebreide tests worden uitgevoerd om de functionaliteit van de implementatie te controleren.
De use cases die in de specificatiefase zijn gedefinieerd, worden nu geïmplementeerd binnen het CDP en het klantschema wordt uiteindelijk gedefinieerd. Daarbij moet worden bepaald welke datarecords uit de verschillende systemen – zoals klantnummers of cookies – worden gecombineerd tot een centraal klantbeeld. Ook hier moeten echter enkele details worden overwogen:
Aangezien de respectievelijke harde en zachte ID’s niet kunnen worden hernoemd of later kunnen worden verwijderd, is speciale zorg vereist. Het ID-concept moet goed doordacht zijn om alle informatie altijd aan de juiste klanten toe te wijzen. Dit geldt vooral als niet alle bronsystemen dezelfde ID delen en er meerdere harde ID’s worden gebruikt.
Soft ID: De zogenaamde soft ID is bijvoorbeeld informatie die wordt verzameld met cookies. Hier kan elke klant meerdere ID’s hebben als de identificatie bijvoorbeeld via verschillende browsers of apparaten plaatsvindt.
Harde ID: Een harde ID is meestal het e-mailadres dat klanten gebruiken bij het registreren.
Op basis van de gedefinieerde ID’s kan vervolgens de “merge & match logica” worden ontworpen in het CDP, dat uiteindelijk het 360-gradenprofiel van de individuele klanten in kaart brengt.
Na het definiëren van het klantschema is de volgende stap het integreren van de toestemmings- en abonnementscategorieën. Deze bepalen welke gegevens mogen worden gebruikt voor het creëren van gepersonaliseerde content. Aangezien persoonsgegevens echter niet zonder toestemming voor marketingdoeleinden mogen worden gebruikt, moet speciale zorg worden besteed aan het toestemmingsbeheer van het CDP.
De verantwoordelijke ontwikkelaars zorgen voor de technische integratie van de verschillende bronsystemen. Dit moet snel beginnen, daarom moeten de respectieve eindpunten en toegangsgegevens worden verstrekt. Tijdens deze stap is het belangrijk om ervoor te zorgen dat de rechten die binnen het CDP zijn toegewezen nauwkeurig zijn gedefinieerd en dat inloggegevens niet kunnen worden misbruikt voor exports of onjuiste wijzigingen.
Daarnaast is er de configuratie van de verschillende interfaces. De meeste CDP-systemen worden al geleverd met een breed scala aan standaardintegraties, zoals e-mail, WhatsApp, advertising of sociale media.
Andere marketing technologieën kunnen flexibel worden geconfigureerd via webhooks. De meeste CDP’s bieden meestal ook zeer nauwkeurige stapsgewijze instructies voor hun configuratieproces.
De volgende basisconfiguraties zijn ook cruciaal:
Zodra de basisconfiguratie van het CDP is voltooid, kan de dataverzameling in de volgende fase van het project worden gemaakt.
Expeditie personalisatie
Een Customer Data Platform helpt de klantreis te personaliseren. Personalisatie creëert een relevantere klantreis. Dat verbetert klanttevredenheid, verhoogt de omzet en versterkt de loyaliteit. Maar met meer dan 300 CDP’s…
Newsletter
Register